Heeft u een vraag? Kijk dan eerst bij onze veelgestelde vragen. Twijfelt u of kunt u hier geen antwoord vinden? Neem dan contact op met ons. We helpen u graag verder!
Het humaan papillomavirus, ook wel HPV genoemd, is een virus
dat op de huid en slijmvliezen voorkomt. Van het virus zijn momenteel meer dan 150 typen bekend. De meeste HPV typen vormen geen risico voor de gezondheid. Ongeveer 30 typen van het HPV komen voor op de slijmvliezen van de geslachtsorganen. Daar verstoren ze de celgroei. De typen 6 en 11 kunnen hier genitale wratten veroorzaken. Men spreekt daarom ook wel van het wrattenvirus. Andere typen (met name 16 en 18) kunnen voorstadia en baarmoederhalskanker veroorzaken.
Baarmoederhalskanker is kanker in de cellen van het slijmvlies in het overgangsgebied van de baarmoederhals en de baarmoedermond (zie figuur). Hier bevindt zich de zogenaamde ‘overgangszone’ tussen het cilinderepitheel dat de binnenkant van het baarmoederhalskanaal bekleedt en het plaveiselepitheel dat de buitenkant van de baarmoederhals en de vaginawand bedekt. De medische benaming voor baarmoederhalskanker is cervixcarcinoom. Baarmoederhalskanker komt voor bij vrouwen van alle leeftijden, maar het meest bij vrouwen van 35 tot 50 jaar. In Nederland wordt ieder jaar bij ongeveer 600 vrouwen baarmoederhalskanker vastgesteld.
HPV vaccinatie is het bewust opwekken van antistoffen tegen HPV. Deze antistoffen kunnen een HPV infectie voorkomen. De twee vaccins die op dit moment beschikbaar zijn, doen dat met virus-like particles (VLP’s). Dit zijn nagemaakte eiwitten uit het kapsel van HPV. Doordat de eiwitten type-specifiek zijn werken ze met name tegen die virustypen waarvoor het vaccin is ontwikkeld. Het vaccin bevat echter geen virus-DNA, waardoor het nooit zelf een infectie kan veroorzaken.
Met een uitstrijkje onderzoekt de gynaecoloog of er afwijkende cellen zijn. Zijn deze inderdaad aanwezig, dan betekent dat niet meteen dat er iets ernstigs aan de hand is.
Sommige afwijkingen verdwijnen namelijk vanzelf. Afwijkende cellen kunnen echter duiden op een voorstadium van baarmoederhalskanker. Een eenvoudige behandeling kan het ontstaan van baarmoederhalskanker voorkomen. De kans dat u daadwerkelijk baarmoederhalskanker krijgt is klein bij een tijdige ontdekking van het voorstadium.
Een uitstrijkje maakt de gynaecoloog tijdens een inwendig onderzoek. U ligt op de behandeltafel met uw benen in de beensteunen. De gynaecoloog brengt een spreider (speculum) in de schede en haalt met een borsteltje enkele cellen uit de baarmoedermond.
De cellen doet hij in een potje met vloeistof. De patholoog onderzoekt de cellen daarna onder de microscoop. Soms bloedt de baarmoedermond een beetje en hebt u korte tijd wat bloederige afscheiding na het uitstrijkje. Het onderzoek doet in principe geen pijn. Als u tegen het onderzoek opziet, vertel dat dan aan de gynaecoloog. Hij maakt pas een uitstrijkje als u daar klaar voor bent.
De baarmoederhals bevat twee soorten cellen: plaveiselcellen en cilindercellen. Beide soorten moeten in principe in het uitstrijkje aanwezig zijn. De plaveiselcellen bekleden de buitenkant van de baarmoederhals en de schede, de cilindercellen bekleden de binnenkant van de baarmoederhals.
Het gebied tussen deze twee soorten cellen heet de overgangszone. Van deze overgangszone neemt de gynaecoloog de cellen af. Of de overgangszone meer naar binnen of naar buiten zit, hangt af van uw leeftijd en uw cyclus. Ook hormonen zijn hierop van invloed. De gynaecoloog kan het uitstrijkje laten nakijken op een infectie of een ontsteking door bacteriën of virussen. Voor de beoordeling van het uitstrijkje gebruikt men tegenwoordig meestal de KOPAC-uitslag. KOPAC is een afkorting van Kwaliteit, Ontsteking, Plaveiselcellen, Andere afwijkingen en Cilindercellen. De uitslag volgens Papanicolaou, de Pap-uitslag, is onder veel vrouwen waarschijnlijk bekender. De KOPAC-uitslag loopt per letter van 0 tot 9, de Pap-uitslag van 1 tot 5. Hoe hoger het cijfer hoe meer afwijkend het uitstrijkje. Een normale uitslag betekent dat alle cellen goed zichtbaar zijn in het uitstrijkje en er normaal uitzien. Een normale uitslag is P1 en/of Pap 1.
Soms is de uitslag van het uitstrijkje niet goed te beoordelen. Bijvoorbeeld omdat:
Meestal wordt bij de uitslag beschreven hoe het komt dat het uitstrijkje niet goed te beoordelen was. Soms wordt zo’n uitslag een Pap 0 genoemd.
Onderzoek en behandeling wordt in de Roosevelt kliniek op dezelfde manier vergoed als in een ziekenhuis. Heeft u het eigen risico nog niet verbruikt dan wordt een bezoek eerst ten koste gebracht van uw eigen risico, de rest wordt vergoed door de ziektekostenverzekeraar.
De uitslag is afwijkend bij vijf van de honderd vrouwen die bij het bevolkingsonderzoek een uitstrijkje laten maken en geen klachten hebben. Bij kleine afwijkingen hebt u minder dan tien procent kans op een voorstadium van baarmoederhalskanker.
Deze kans neemt toe als de afwijkingen groter zijn. Zijn de cellen erg afwijkend, dan hebt u ongeveer negentig procent kans op een voorstadium van baarmoederhalskanker. De kans op baarmoederhalskanker is dan nog altijd klein. Een voorstadium is goed en eenvoudig te behandelen.
De oorzaak van afwijkende cellen in de baarmoedermond is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat afwijkingen in de cellen te maken hebben met een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Van dit virus bestaan verschillende soorten.
Sommige soorten veroorzaken wratten, andere soorten komen vaker voor bij afwijkende uitstrijkjes. Het virus wordt door geslachtsgemeenschap verspreid. Verreweg de meeste vrouwen die seksueel contact hebben (tachtig tot negentig procent) worden geïnfecteerd met HPV. Deze infectie geeft geen klachten en geneest bij veel vrouwen vanzelf. Enkele vrouwen houden het virus bij zich en worden drager. Sommige soorten van dit virus geven een verhoogd risico op het ontstaan van baarmoederkanker.
Het hangt af van de uitslag welk advies u krijgt: een nieuw uitstrijkje of verder onderzoek door de gynaecoloog. Bij dit vervolgonderzoek kijkt de gynaecoloog bijna altijd eerst met een microscoop naar de baarmoedermond.
Dit wordt colposcopie genoemd. Bij afwijkingen neemt de gynaecoloog wat weefsel van de baarmoedermond af; eerst een klein stukje (een biopt) en afhankelijk van de uitslag van het biopt (later) zo nodig een groter stuk (zie colposcopie, biopsie, lis-excisie, conisatie). De patholoog beoordeelt deze stukjes weefsel van de baarmoedermond in zijn geheel. Dit in tegenstelling tot het uitstrijkje waarbij alleen de cellen worden beoordeeld. Het voorstadium van baarmoederhalskanker is eenvoudig te ontdekken en te behandelen.
Uitstrijkjes worden op indicatie, dus in verband met klachten, afgenomen. Daarnaast kan het ook in het kader van het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker BVO worden afgenomen.
In het geval van een bevolkingsonderzoek, worden de BVO uitstrijkjes bij de huisarts afgenomen.
Met een afwijkend uitstrijkje kunt u binnen twee werkdagen bij ons terecht. De resultaten van eventueel vervolgonderzoek en/of behandeling ontvangt u binnen een week.
Maandag t/m vrijdag:
Roosevelt kliniek, Rooseveltstraat 67 2321 CT Leiden.
Wanneer u uw navigatie gebruikt kunt u het best Rooseveltstraat 65 invoeren. De Roosevelt kliniek is gevestigd in het pand van Scal Medische Diagnostiek, dat naast de Sligro is gelegen.
Woensdag:
Roosevelt kliniek, Rooseveltstraat 67 2321 CT Leiden.
Wanneer u uw navigatie gebruikt kunt u het best Rooseveltstraat 65 invoeren. De Roosevelt kliniek is gevestigd in het pand van Scal Medische Diagnostiek, dat naast de Sligro is gelegen.
Maandagmiddag:
Roosevelt kliniek, Rooseveltstraat 67 2321 CT Leiden.
Wanneer u uw navigatie gebruikt kunt u het best Rooseveltstraat 65 invoeren. De Roosevelt kliniek is gevestigd in het pand van Scal Medische Diagnostiek, dat naast de Sligro is gelegen.
Dinsdag:
Gezondheidscentrum de Elementen, Hongerlandsedijk 1098, 3201 LZ Spijkenisse.
U kunt bij binnenkomst rechtdoor lopen en plaats nemen op het zitje, u wordt vanzelf binnen geroepen.
Woensdag:
Medisch Centrum Oude Wal, Oude Wal 24h 3193 EN Hoogvliet.
Eerste etage in de praktijk van dr. Niebuur.
Leiden:
A4 vanaf Den haag:
Afslag 7 richting Zoeterwoude-Dorp, bij stoplichten linksaf de Europaweg (N206) op.
3e stoplichten rechtsaf de Rooseveltstraat op, 1ste pand aan de linkerhand , bestemming bereikt.
A4 vanaf Amsterdam:
Afslag 7 richting Zoeterwoude-Dorp, rotonde eerste afslag, stoplichten rechtsaf de Europaweg (N206) op, 2e stoplicht rechtsaf, de Rooseveltstraat op, 1ste pand aan de linkerhand , bestemming bereikt.
Parkeren is gratis.
Route beschrijving openbaar vervoer:
Vanaf Leiden centraal:
Bus: lijn 45 richting Den Haag
bushalte Rooseveltstraat
duur: 11 min
Vanaf Den Haag centraal:
Bus: lijn 45 richting Leiden
bushalte Rooseveltstraat
Duur: 38 min
Vanaf Delft centraal:
Trein-Bus: intercity naar Leiden centraal
Bus: lijn 45 richting Den Haag
bushalte Rooseveltstraat
Duur: 40 min
Buslijn 45 gaat om 0.03 0.18 0.33 0.48
Spijkenisse vanaf A15:
Afslag Hoogvliet, (weg: Aveling), richting Spijkenisse, stoplichten rechtsaf richting Spijkenisse (Groene Kruisweg), Spijkenisse Brug over, stoplichten linksaf, 2e stoplichten linksaf (Elementenweg), weg volgen, 2e flatgebouw, Gezondheidscentrum de Elementen.
Hoogvliet vanaf A15:
Afslag Hoogvliet, (weg: Aveling), eerste rotonde eerste afslag, bestemming aan de linkerhand bereikt.
Het is gratis parkeren bij Gezondheidscentrum de Elementen en bij Medisch Centrum Oude Wal.
Spijkenisse:
Metro/busstation Spijkenisse centrum
Lopen: Donaulaan, Groenoordweg, Oude Maasweg, linksaf Hongerlandsedijk 1098.
Hoogvliet:
Metro/busstation Hoogvliet
Bus: 78 richting Oudeland, bushalte Oude Wal.
Wij zijn van maandag tot en met vrijdag geopend vanaf 08:00 tot half 16:30, tussen deze tijden zijn wij bereikbaar op +31 (0)88 – 2353380.
Is er sprake van een spoedgeval, dan kunt u contact opnemen met onze preferred partner het LUMC op het nummer: 071-5269111.