Het humaan papillomavirus, ook wel HPV genoemd, is een virus
dat op de huid en slijmvliezen voorkomt. Van het virus zijn momenteel meer dan 150 typen bekend. De meeste HPV typen vormen geen risico voor de gezondheid. Ongeveer 30 typen van het HPV komen voor op de slijmvliezen van de geslachtsorganen. Daar verstoren ze de celgroei. De typen 6 en 11 kunnen hier genitale wratten veroorzaken. Men spreekt daarom ook wel van het wrattenvirus. Andere typen (met name 16 en 18) kunnen voorstadia en baarmoederhalskanker veroorzaken.
Het humaan papillomavirus komt veel voor en is erg besmettelijk. Het kan al door huid-op-huid contact worden overgebracht. Virussen op de geslachtsdelen worden meestal via seksueel contact overgebracht. Penetratie is daarvoor niet eens noodzakelijk. Waarschijnlijk zijn andere manieren van besmetting ook mogelijk. Daardoor kunnen ook niet seksueel actieve vrouwen besmet raken, al is de kans daarop wel kleiner. De meeste seksueel actieve vrouwen en mannen (meer dan 80 procent) raken ooit in hun leven besmet met HPV. Bijna iedereen heeft dit virus dus al eens opgelopen, of zal het ooit oplopen. Meestal wordt het virus door het afweersysteem opgeruimd voordat het afwijkingen kan veroorzaken.
Het is onmogelijk om besmetting met het humaan papillomavirus bij normaal seksueel contact 100 procent te voorkomen. Dat komt doordat het virus zoveel voorkomt en het zo gemakkelijk wordt overgebracht. Zelfs condooms beschermen niet volledig. Ben je eenmaal besmet (geweest) met een bepaald type, dan ben je niet immuun voor een nieuwe besmetting. Je kunt dus door hetzelfde of door een ander type virus meerdere keren geïnfecteerd raken.
Meestal merk je niets van een HPV-infectie. In veel gevallen ruimt het afweersysteem ongemerkt het virus op. Ook als het afweersysteem hiertoe niet in staat is, hoef je niets van de besmetting te merken. De infectie blijft dan sluimerend aanwezig. Een signaal dat er sprake is van een HPV-infectie, zijn wratjes op de schaamlippen of penis. Deze zijn met een plaatselijke behandeling te verhelpen. Een HPV-infectie van de baarmoederhals kan na verloop van tijd zorgen voor afwijkende cellen. Deze afwijkende cellen kunnen een voorstadium van baarmoederhalskanker veroorzaken. Alleen door een uitstrijkje bij een arts te laten maken of middels het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker, kunnen eventueel de afwijkende cellen worden gevonden.
Het is niet mogelijk om zelf vast te stellen of je een HPV-infectie hebt. Zekerheid geeft alleen een HPV test. Deze test kun je op verschillende manieren laten uitvoeren. De huisarts kan een uitstrijkje afnemen en daarop een HPV test laten doen. Daarnaast wordt in Nederland iedere vrouw vanaf haar 30ste jaar uitgenodigd voor het afnemen van een uitstrijkje via het bevolkingsonderzoek. Dit onderzoek richt zich uitsluitend op het vaststellen van afwijkende cellen en geeft geen uitsluitsel over mogelijke besmetting met HPV. In 2017 wordt het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker vernieuwd en wordt eerst op de aanwwezigheid van HPV getest, is het hoog risico HPV niet aanwezig dan worden de cellen in het uitstrijkje niet beoordeeld. Alleen bij aanwezigheid van HPV worden de cellen in het uitstrijkje ook beoordeeld.
Besmetting met HPV betekent altijd een risico. Gelukkig ruimt het afweersysteem in meer dan 80 procent van de gevallen het virus op. Dit proces kan meer dan een jaar duren. Omdat geen (kruis-)immuniteit optreedt, kun je daarna opnieuw besmet raken met hetzelfde of een ander HPV type. Als het lichaam het virus niet opruimt, kunnen afwijkingen ontstaan. Een laag-risico virus kan genitale wratten veroorzaken. Er zijn ook HPV typen met een hoog risico. Deze kunnen leiden tot het ontstaan van baarmoederhalskanker. Als je besmet bent, is het dus belangrijk te weten of er sprake is van een hoog-risico type HPV. Als je niet besmet bent met HPV, is de kans op afwijkingen aan de baarmoederhals heel klein, en is het mogelijk nuttig om je te laten vaccineren.
Momenteel bestaat er geen werkzame behandeling van een HPV-infectie. Als een HPV-infectie een afwijking (wratje of een voorstadium) heeft veroorzaakt, kan deze afwijking wel behandeld worden. Het HPV verdwijnt meestal na deze behandeling. Men denkt dat dit komt doordat het immuunsysteem na behandeling wel in staat is HPV onder controle te houden.
In de baarmoederhals gaat het slijmvlies van de vagina over in dat van het baarmoederhalskanaal. In dit gebied nestelt HPV zich graag. Het is ook deze plek waar HPV de meeste afwijkingen veroorzaakt. Andere plekken waar het virus gevonden kan worden, zijn de schaamlippen, anus en mondholte en huid.
Als gevolg van een langdurige HPV-infectie kunnen afwijkingen ontstaan op alle plekken waar het virus gevonden wordt. In de baarmoederhals kan een HPV-infectie met een hoog-risico HPV type leiden tot een voorstadium dat zich verder kan ontwikkelen tot baarmoederhalskanker. Dit gebeurt maar in een klein aantal gevallen en het duurt meestal tien tot vijftien jaar vanaf het moment van HPV-infectie.
Bij een langdurige infectie kunnen bepaalde hoog-risico typen van HPV de kans krijgen om eiwitten te produceren. Deze eiwitten verstoren de celdelingscyclus in de slijmvliescellen. De HPV-eiwitten zorgen ervoor dat cellen zich veel vaker kunnen blijven delen. Dit kan na enkele maanden leiden tot een voorstadium en na jaren tot baarmoederhalskanker. In Nederland worden ieder jaar vele duizenden vrouwen behandeld voor een voorstadium, veroorzaakt door de hoog-risico typen van het humaan papillomavirus. Elk jaar overlijden er in de wereld een kwart miljoen vrouwen aan baarmoederhalskanker, waarvan ruim 200 in Nederland.
Het humaan papillomavirus kan aan de normale afweer van het lichaam ontsnappen. Dat komt doordat het virus zich met name bevindt aan de oppervlakte van de huid en slijmvliezen. Als gevolg van een langdurige HPV-infectie kunnen afwijkingen ontstaan op alle plekken waar het virus gevonden wordt. In de baarmoederhals kan een HPV-infectie met een hoog-risico HPV type leiden tot een voorstadium dat zich verder kan ontwikkelen tot baarmoederhalskanker. Dit gebeurt maar in een klein aantal gevallen en het duurt meestal tien tot vijftien jaar vanaf het moment van HPV-infectie.
Er zijn factoren die de kans op infectie verhogen en factoren die de afweer verminderen.
1 Factoren die het risico op HPV infectie verhogen zijn:
◦ jong beginnen met seksuele activiteit,
◦ groter aantal sexpartners en
◦ andere seksueel overdraagbare aandoeningen.
2 Factoren die de afweer tegen HPV verminderen zijn roken, ‘de pil’ en afweerremmende geneesmiddelen (bijv. na een niertransplantatie of bij reuma).
Vijf tot twintig procent van de seksueel actieve vrouwen is op enig moment hoog-risico HPV positief. Van deze vrouwen zal ongeveer 10-20% daadwerkelijk een afwijking (voorstadium) krijgen. Ben je daarentegen HPV negatief, dan is de kans op een afwijking verwaarloosbaar klein.
Ook mannen merken niet wanneer ze besmet worden met HPV. Wel kunnen ze net als vrouwen wratjes krijgen op de geslachtsorganen. Deze wratjes worden echter veroorzaakt door HPV typen die geen kanker veroorzaken. De kans dat een man kanker krijgt van HPV is veel kleiner dan de kans bij vrouwen. Peniskanker is zeldzaam.
Het testen van mannen op HPV lijkt weinig nut te hebben. Mannen hebben een veel lager risico op kanker dan vrouwen door HPV, terwijl de HPV- infectie zelf niet te behandelen is. Een man die HPV positief is kan natuurlijk wel zijn vrouwelijke partner infecteren, echter als het afweersysteem van de vrouw het virus onder controle brengt (dit duurt vaak 8-14 maanden) bestaat er geen risico op voorstadia of kanker. Alleen als het immuunsysteem faalt, en de vrouw dus HPV positief blijft, bestaat er risico op kanker. Dit kun je het beste onderzoeken door de vrouw te testen en niet de man.
Bij 80 procent van de vrouwen die besmet raken is het virus 8 tot 14 maanden later niet meer aantoonbaar.
Nee, je moet wachten met het afnemen van materiaal voor de HPV test totdat je niet meer ongesteld bent.
Ook als je nog maagd bent kan je besmet raken met HPV. Het virus wordt immers heel gemakkelijk via contact overgedragen. Op die manier kan HPV op de huid, in de mond, maar ook op de schaamlippen terechtkomen. HPV-infectie van de baarmoederhals komt bij iemand die maagd is echter veel minder vaak voor, omdat juist geslachtsverkeer het virus tot aan de baarmoederhals brengt. Het is onduidelijk of andere voorwerpen die in de vagina ingebracht worden (zoals tampons, vingers, vibrators) het HPV ook naar de baarmoederhals brengen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer bij 1 procent van de jong volwassen vrouwen die maagd zijn HPV bij de baarmoederhals aangetoond kan worden.
Nee, genitale wratten, of wratten op andere lichaamsdelen hebben geen relatie met baarmoederhalskanker. Wratten komen heel veel voor. Uit onderzoek blijkt dat ruim 66% van alle mensen zich herinnert wel eens wratten te hebben gehad. Baarmoederhalskanker komt zowel voor bij vrouwen die zich herinneren wratten te hebben gehad, als bij vrouwen die geen wratten hebben gehad.
Ja, zoals eerder gesteld kunnen waarschijnlijk ook andere voorwerpen die in de vagina ingebracht worden het HPV naar de baarmoederhals brengen. Daarnaast leert de ervaring dat veel lesbiennes ook op enig moment heterosexueel geslachtsverkeer hebben gehad, danwel dat hun partner dat heeft gehad. Op die manier kan ook besmetting hebben plaatsgevonden.
Ja, uit onderzoek blijkt dat de kans op een HPV-infectie groter is bij vrouwen die een SOA hebben, of hebben gehad. Andersom geldt dit echter niet. Iemand die HPV positief is heeft niet meer kans op een SOA. Als verklaring hiervoor wordt de grote besmettelijkheid van HPV genoemd, en het feit dat condooms niet geheel tegen HPV beschermen.
Nee, veel vrouwen zijn HPV positief ten tijde van de bevalling. Pasgeborenen hebben op de een of andere manier hier geen last van. Zeer zeldzaam heeft een baby wratjes aan de stembanden (larynxpapillomatose) op basis van een HPV-infectie die waarschijnlijk bij de geboorte is ontstaan.